Logo kwiek klein al

Zoeken

Weerprotocol

Weer protocol Kwiek Actieve Leefstijl

Bij Kwiek Actieve Leefstijl hanteren we de regel dat de docent / wandelbegeleider beslist of het verantwoord is of de activiteit (binnen of buiten) doorgang kan vinden.

Dit geldt niet alleen voor extreem warm weer, maar bijvoorbeeld ook voor de buitensporten bij extreme weersomstandigheden zoals onweer, ijzel of storm.

Bij buitensportactiviteiten kan de docent / wandelbegeleider ook alternatieven bedenken zoals bijvoorbeeld eerder starten, de activiteit inkorten, in de schaduw blijven of op een ander moment inhalen. Dit wordt vooraf met de groep gecommuniceerd.

Daarnaast volgen hier 10 tips voor het sporten bij warme weersomstandigheden (overgenomen van NOC*NSF)

  1. Vermijd sporten op het heetst van de dag
    Hoe leuk sporten ook is, bij tropische temperaturen is het niet altijd verstandig om te gaan sporten. Zeker niet tussen 12 en 16 uur. Wil je toch iets actiefs doen bij heel warm weer? Doe het dan op de koelste momenten van de dag.

  2. Bouw rustig op
    Tijdens heel warme dagen moet je lichaam harder werken om de warmte kwijt te kunnen. Daarom is het verstandig minder en minder hard te sporten als het warm is. Geef daarnaast je lichaam de kans te wennen aan de warmte, door rustig te starten. Verkort bijvoorbeeld je warming-up en doe dit in de schaduw.

  3. Start tijdig met drinken
    Doordat het warm is, ga je meer zweten. Dit vochtverlies moet je weer aanvullen. Het beste doe je dat door ruim voordat je gaat sporten te beginnen met drinken. Wacht dus niet tot je dorst krijgt. Dan is het te laat.

  4. Zorg voor een goede vochtbalans
    De vochtbalans is vrij eenvoudig te monitoren. Dit kun je doen door regelmatig je gewicht te meten in dezelfde toestand (’s ochtends bij het opstaan, voor het ontbijt en zonder kleding). Schommelingen zijn logisch, maar na een aantal metingen wordt duidelijk wat het (normale) gewicht is. Door dit bij te houden en ervoor te zorgen dat het verschil niet meer dan 2 procent van je lichaamsgewicht is, kun je zorgdragen voor een adequate vochtbalans. Check ook zeker je urine. Urine met een lichte kleur is goed. Is de urine donker? Dan is dit een aanwijzing dat je extra moet drinken.

  5. Draag kleding die ademt
    Probeer tijdens het sporten in de hitte zoveel mogelijk luchtige kleding te dragen, kleding die ‘ademt’. Kleding die dat niet doet, houdt het zweet en de warmte vast en dat is wat je wil voorkomen.

  6. Bescherm je tegen de zon
    Zorg dat je je op tijd insmeert. Zonnecrèmes bieden meestal pas na 15 tot 30 minuten bescherming. De voorkeur gaat uit naar een zonnebrandcrème die goed in de huid trekt en geen heel vette laag achterlaat. Gebruik dus niet een heel vette zonnebrandcrème.

  7. Houd je lichaam koel tijdens het sporten
    Probeer waar mogelijk tijdens het sporten jezelf af te koelen. Hier zijn verschillende trucjes voor. Bijvoorbeeld door heel eenvoudig je hoofd nat te maken met water, een natte pet op te doen, tijdens de pauze een natte handdoek in je nek te leggen of gewoon je shirt nat te maken.

  8. Koel je lichaam van binnenuit
    Door de kerntemperatuur van het lichaam naar beneden te brengen, bescherm je jezelf tegen hogere temperaturen. Dit doe je onder andere door het drinken van koude dranken, waterijsjes of ijs slush. IJs slush is een combinatie van gemalen ijs (onder nul graden Celsius) in combinatie met een (isotone) sportdrank.

  9. Zorg voor een cooling down
    Stop niet ineens met sporten want dan bestaat de kans dat je bloeddruk te snel daalt. Zorg daarom na afloop voor een goede cooling down. Drink en eet voldoende en trek droge kleding aan.

  10. Luister naar je lichaam
    Voel je je niet lekker? Neem dan geen risico en doe rustig aan of stop.